Het web
Met lijm kun je heel goed insecten vangen.
Veel spinnen maken dan ook webben met kleverige draden er in.
Sommige maken een web op de grond, andere in de lucht.
Spinnen hebben in hun achterlijf spinklieren waarmee ze via de spintepels
een kleverige vloeistof naar buiten persen.
Ook spinnen die geen webben maken hebben spintepels.
Spindraden worden ook gebruikt voor het maken van een spinsel rondom de eieren.
Zo weeft de spin een wielweb.
Daaraan worden vanuit het midden de "spaken" vastgemaakt.
Rondjes lopend naar
de rand van het web spint hij een draad in de vorm van een spiraal.
Tenslotte maakt hij een draad vanuit het midden naar zijn schuilplaats.
Soorten webben.
Een wielweb:
Wielweb
Hangmat:
Hangmatspinnen maken een web als een vangnet,
met een kleverige bovenkant.
Zelf zijn ze wel zo handig om langs de onderkant van hun web te lopen.
Hangmat
Dit web lijkt alleen maar een wirwar van draden.
Een wirwar van draden
Een web met een kruis erin verweven.
De vorm van een kruis
Een spiraalvormig web.
spiraalvormig
Valdeurspinnen.
De metselspin uit tropische landen maakt een
web in een gat in de grond.
Het web wordt over het gat gespannen en dan maakt de spin een valluik dat
precies over het gat scharniert.
De spin camoufleert het dikwijls met mos.
Deze goedgebouwde schuilplaats is een uitstekende woning voor de spin.
Als hij door zijn vijanden wordt gestoord, gaat hij gewoon aan de onderkant van
het valluik hangen, zodat het niet open kan.
Er is niet precies bekend hoe deze spin zijn prooi vangt.
Men meent dat hij vanuit het gat door het op een kier staande valluik naar
buiten gluurt en de insecten naar binnen trekt wanneer ze voorbij komen.
Een valdeur