Slangen.

 


- Slangen heb je in alle soorten en maten.
Je hebt er van nog geen 10 centimeter lang, maar ook van 10 meter en ze kunnen van alles: kruipen, klimmen, zwemmen  en zelfs dansen. En dat allemaal zonder poten...

-Je hebt vast wel eens gehoord van slangenbezweerders die een slang uit een mandje omhoog laten komen.
Op de tonen van een fluit gaat de slang dansen.
Maar dat klopt niet!
Slangen hebben geen oorschelpen en geen trommelvlies. Ze kunnen dus niet horen zoals wij.
Het zijn vooral de bewegingen van de slangenbezweerder die de slang ziet. Hij maakt dan dezelfde bewegingen met zijn kop.

- Alle slangen Alle slangen zijn vleeseters of eten eieren.
Ze bijten hun prooi niet in stukken, maar slokken die zonder kauwen in.
Omdat^hun kaakspieren als elastiek kunnen uitrekken, kan hun bek wijd open.

- Klimmen zonder poten, eten zonder kauwen, ruiken met hun tong, alles gaat bij een slang een beetje anders dan bij andere dieren.
Daarom vinden veel mensen slangen maar enge en geheimzinnige beesten.
Veel mensen zijn bang voor slangen omdat ze denken dat het koelbloedige moordenaars zijn.

- Slangen verdedigen zich door hun schutkleur of graven zich in.
Gifslangen hun beet is dodelijk en wurgslangen hebben een enorme kracht om hun aanvaller te laten stikken.

- Slangen stammen af van hagedissen.
Die hagedissen waren eerst dik en werden steeds dunner en hun poten gingen weg.
Zo is de slang ontstaan.

- Een slang heeft geen oogleden.

- Een slang hoeft zijn bek niet open te doen om zijn tong uit te steken.
Daarvoor heeft hij een spleetje tussen zijn lippen.
Steeds schiet zijn tong naar buiten en naar binnen. Zo kan de slang ruiken.

Gifslangen.

In de hele wereld leven meer dan 2500 soorten slangen, maar slechts een 400-tal daarvan is giftig.
De mens is voor geen enkele van die slangen een eetbare prooi.
Bovendien zullen ze meestal pas bijten als je ze bedreigt.
Een slang ruikt met zijn tong en proeft ook geuren in de lucht.
De gespleten tong kan "in stereo" ruiken en nauwkeurig een prooi of partner opsporen.

1. Het huidpatroon is meestal met vlekken getekend zodat de slang niet opvalt.

2
. Lange holle giftanden.
De slang gebruikt die om zijn prooi te bijten en vol te spuiten met gif.
De sterkte van het gif verschilt van slang tot slang.
Meestal wordt de prooi binnen enkele seconden tot enkele minuten gedood.
De gifklieren, speekselklieren en het gif is ook voor de vertering van de prooi nodig.
Van slangengif worden medicijnen gemaakt.
Om het gif uit de slang te halen moet je heel wat lef hebben.


3
. De twee onderste kaakbeenderen kunnen apart van elkaar uiteen buigen, los van de bovenkaak.
Er kan een prooi door die groter is dan de kop van de slang.

 

De adder.

De familie van de adders omvat ongeveer 40 soorten gifslangen.
De gewone adder is de enige giftige slang in ons land, maar ze is vrij zeldzaam en je krijgt ze zelden te zien.
De meeste adders zijn tamelijk kort en stevig gebouwd.
Ze hebben een korte staart en het zijn echte bodemdieren.
Verschillende soorten zoals de hoornadders graven zich graag in het zand in.
Zoals alle slangen zijn ze doof, maar ze voelen je naderen door trillingen van de bodem.
Dan slaan ze meteen op de vlucht.
Alleen in uiterste nood zullen ze bijten.
In maart of april komen ze uit hun winterslaap en liggen vaak nog wat te zonnen op een open plek.
Als in april de temperatuur stijgt tot zo'n 20 graden, gaan de mannetjes op liefdespad.
Tussen juli en september krijgt het vrouwtje 10 tot 20 levende jongen.0.

Voedsel.
Ze jagen meestal 's nachts.
Hun voedsel bestaat vooral uit hagedissen en kleine zoogdieren.
 


De gabbonadder.

De gabbonadder is één van de grootste gifslangen en een moordlustig roofdier.
Ze leeft in Afrikaanse bossen en wordt zelden gezien.
Perfect gecamoufleerd, wacht hij geduldig op zijn slachtoffers, om ze te doden met een grote dosis gif.
Hij heeft de langste giftanden van alle slangen en produceert het meeste gif.
Diepe beten veroorzaken direct verlamming, gevolgd door de dood.
Hij houdt zijn lange giftanden meestal verborgen.
Pas tijdens de snelle aanval komen ze tevoorschijn.
 


Giftanden van de hoornadder.


In rust lijken de giftanden plat achterover gedrukt tegen zijn gehemelte.
Zodra een prooi nadert opent hij zijn bek en komen de tanden in een aanvalspositie.



Binnen een seconde nadat hij zijn aanval heeft ingezet, richten de enorme giftanden van de adder zich in de opengesperde bek naar voren. Vervolgens werpt de slang zijn kop naar beneden.



De holle giftanden dringen diep in het vlees van de prooi en spuiten een grote dosis gif.
De slang trekt zich terug en de prooi bezwijkt.

Achter elke giftand groeit een stel reservetanden.
Een volwassen adder kan wel 3 of zelfs 4 volgroeide giftanden hebben.

De cobra.

Cobra's zijn gevaarlijke slangen die tot 5 m. lang kunnen worden.
De brilslang leeft in Zuid-Azië.
Bij gevaar richt hij zijn voorlichaam op. De hals wordt uitgespreid en een tekening van een bril wordt zichtbaar.
 


Bijzonder behendig is de mangoest die als een balletdanser rond een cobra danst om vervolgens zijn prooi bliksemsnel bij de kop te pakken en dood te bijten.

 

 

De hagedisslang.


De hagedisslang is een grote slang die tot de ringslangachtigen behoort.
Hij eet van alles: kleine zoogdieren, hagedissen en vogeljongen die hij zo uit het nest haalt.
Ze zeggen dat hij zelfs jonge schildpadden eet.
Hij houdt zijn kop 50 cm boven de grond zodat hij razendsnel kan toebijten als hij iets eetbaar tegenkomt.

Kleine prooien slikt de hagedisslang in één keer door, maar grote dieren spuit hij in met gif.

Na het eten veegt hij zijn bek af aan de grond en gaat opgerold in de zon liggen.
Na twee of drie dagen krijgt de slang pas weer honger.

Als hij zich bedreigd voelt, begint hij te fluiten en probeert hij de vijand te bijten door het bovenste deel van zijn lichaam hoog op te richten, net zoals cobra's doen.
Een beet is niet dodelijk voor de mens, maar je kunt toch maar beter uit hun buurt blijven.

 

De ringslang.

Tot de familie van de ringslang behoren bijna 1800 soorten slangen.
Bijna allemaal zijn ze ongevaarlijk voor de mens.
De slang kan 120 cm. lang worden en kan goed zwemmen.
Kikkers, vissen en salamanders eet hij.
Het vrouwtje legt tot 40 eitjes.
Bij de ringslang bevinden zich de giftanden achter in de bek op de bovenkaak.
Zulke soorten doden of verlammen hun prooi terwijl ze er op kauwen.
Als een ringslang bedreigd wordt, sist hij hevig en doet alsof hij bijt.
Dan rolt hij zich op tot een kluwen met zijn kop tussen de kronkels.
Helpt dat niet, dan verslapt hij en doet of hij dood is.

 

Ratelslang.

Deze kunnen 38 tot 150 cm.lang worden.
Ratelslangen hebben een ratel aan de punt van de staart, die ze heen en weer schudden wanneer ze zich bedreigd voelen of wanneer ze op het punt staan toe te slaan.
De jongen komen in het lichaam van het wijfje reeds uit het ei.
De diamantrug ratelslang is de giftigste slang ter wereld.
De giftanden zijn echte injectienaalden. Ze zijn terugklapbaar en worden pas bij het toebijten rechtop gezet.
Zulke slangen slaan hun giftanden in hun prooi en laten haar weer los om te wachten tot zij verlamd of dood is.

 

Wurgslangen.

Ze gebruiken hun spieren om hun prooi te doen stikke.
Bovendien hebben slangen een losse onderkaak die hen mogelijk maakt een enorme prooi naar binnen te werken en daarna weken zonder nieuw voedsel verder te kunnen.
Pythons en boa's zijn reuzenslangen..
Ze zijn het grootste en dikste van alle slangen en geweldig sterk.
Hun prooi doden ze door zich er een paar keer omheen te wikkelen en dan... drukken maar, tot de prooi gestikt is.
Toch zijn er maar een paar soorten die echt gevaarlijk zijn voor mensen.
Anaconda's bijvoorbeeld.
Maar ze vallen zelden mensen aan. Bovendien komen ze niet voor op plaatsen waar veel mensen wonen.

De python.

Ze leven in het regenwoud in het zuiden van Azië, Afrika en Australië.
Voortplanting:
Zij planten zich voort door middel van eieren.
Ze leggen tussen de 4 en 14 eieren per jaar.
Het vrouwtje rolt zich om de eieren en blijft weken lang zo liggen. Haar lichaamstemperatuur wordt hoger en ze bebroedt de eieren.
Pythons zijn de enige reptielen die hun eieren uitbroeden.
De gehele broedtijd duurt tussen de 2 à 3 maanden.
Soorten:


Groene boompython

  
Albino


Zwartkoppython, netpython, groene boompython, koningspython, ruitpython, ...
Omdat de python zo'n mooi getekende huid heeft wordt er veel op gejaagd.

De koningspython.

De kleur kan erg variëren: groen, geheel gevlekt, en albino's.
De mannetjes en vrouwtjes zijn ongeveer even lang (tussen de 100 en 120 cm.).
Ze komen voor in Midden en Zuid Afrika.
Voedsel:
amfibieën, hagedissen, andere slangsoorten, vogels en kleine zoogdieren. Ze zijn dus absoluut niet kieskeurig.

 

Boa.

Deze wurgslang kan 2 tot 5m. lang worden.
Zij behoort tot de familie van de reuzenslangen die 90 soorten omvat.
Zij zijn niet giftig en doden hun prooi door zich er omheen te winden.
Herten, zwijnen en vogels verslindt hij.
Het vrouwtje krijgt levende jongen.

 

Terug naar het archief