Salamanders

Björn had een salamander gevangen en bracht die mee naar de klas.
Wij konden zien dat het beestje erg dik was en eitjes begon te leggen.
's Avonds heeft hij het diertje terug in de vrije natuur gezet.
Enkele foto's.

Er bestaan ongeveer 300 soorten.
Ze houden zich vooral in het water of zeer vochtige gebieden op..
Enkelen leven ook onder stenen of in holen in de grond in het bos.
Bijna rusten ze allemaal overdag uit in een schuilplaats en gaan ze pas 's nachts op zoek naar wormen, spinnen, weekdieren en kleine insecten.
Wanneer het winter wordt of wanneer het water opdroogt tijdens zeer warme periodes, vallen ze in een winterslaap.

Salamanders hebben een langgerekt hagedisachtig lichaam en een lange staart.
De vier poten zijn kort.
De voorpoten hebben drie tot vier tenen.
De achterpoten, die soms totaal ontbreken, hebben 2 tot 5 tenen.
De huid is meestal donker van kleur en bedekt met lichte vlekken en strepen.
Ze is dun en vooral bedekt met wratten. Deze klieren scheiden een kleverig slijm af.
Salamanders vervellen dikwijls.
Wanneer ze één van hun ledematen verliezen, groeit er een nieuwe voor in de plaats.
Bij watersalamanders worden telkens een aantal eitjes met kleverig slijm op de planten gelegd.
Pas wanneer de jongen longen hebben waarmee ze op het land kunnen ademen, verlaten ze het water.


Watersalamander.
 Ze leven in vochtige gebieden, meertjes, sloten en in stilstaand of stromend water.
De alpenwatersalamander komt in grote delen van Europa voor.

Alpenwatersalamander

Hij wordt ongeveer 11 cm. lang en heeft een grijze bovenkant en oranjerode onderkant.
De keel is dikwijls donkerder gevlekt.
Zijn voedsel bestaat uit slakken, regenwormen en spinnen.
Tussen februari en mei plakt de watersalamander zijn eitjes aan waterplanten vast.

Andere watersalamanders zijn de kleine of gewone watersalamander, de kamsalamander en de vinpoot of zwemvoetsalamander.

Olm of grottensalamander.

Tot de familie van de olmen behoren zes verschillende soorten.
Zij brengen hun leven in het water door.
Zijn uitwendige kieuwen blijven ook bij de volwassen olm bestaan.
Zij krijgen geen longen zoals andere salamanders.
De olm wordt ongeveer 25 tot 30 cm lang.
Zij leven in onderaardse grotten en daarom zijn ze blind.
Hun voedsel bestaat uit waterwormen en kleine kreeften.
Voor de voortplanting worden er door de wijfjes tot 70 eitjes afgezet onder een rots.
De mannetjes en vrouwtjes bewaken samen het kuit, totdat na ruim 2 maanden de larven uitkomen.


De vuursalamander.

Hij leeft in loofbossen, meestal in vochtige gebieden in de nabijheid van water.
Hij wordt 20 cm. lang.
De zwarte ondergrond is over het hele lichaam bedekt met fel gele vlekken.
De staart is kort.
De huid scheidt een soort slijm af dat de ogen, neus en mond van de vijand kan irriteren en hem zelfs soms kan doden.
Zijn voedsel bestaat uit slakken, wormen en allerlei insecten.
De paring vindt na de winterslaap op het land plaats.
Na 10 maanden worden er zo'n 60 levende jongen geboren.
Ze worden in het water geboren en hebben kieuwen.
Ze moeten de eerste 2 tot 3 maanden in het water leven, totdat hun longen zich hebben ontwikkeld.
Dan gaan ze aan land.

De reuzensalamander.

Er zijn 3 soorten.
 De Japanse, met 1m.30.
De Chinese met 1 m.
En de modderduivel die 75 cm. lang is.
De modderduivel leeft in de Verenigde Staten.
Hij heeft een afgeplatte kop en een platte staart.
Overdag verstopt hij zich tussen de stenen in het water.
's Nachts jaagt hij op slakken, wormen en kleine kreeftjes.
Daarbij wordt hij geholpen door zijn bijzondere tast- en reukzin.

Voor de voortplanting graven de mannetjes een hol dat beschut wordt door stenen en rotsen.
Hierin legt het vrouwtje eisnoeren die wel tot 500 eitjes bevatten.
Het mannetje bewaakt de eitjes totdat de larven uit het ei komen..

Terug naar het archief