Paarden
Paarden bestaan al zeventig miljoen jaar.
Dit is langer dan de mens.
De mens heeft het paard gebruikt als VOEDSEL, als VERVOERMIDDEL, als HELPER BIJ
HET WERK
en IN DE STRIJD, en als GEZEL VOOR ONTSPANNING en SPORT.
Het paard werd een dier dat bij de mens hoort.
Echt wilde paarden zijn er bijna niet meer
Het zijn echt kuddedieren die zo'n dertig jaar oud kunnen worden.
Hun belangrijkste verweer tegen roofdieren is vluchten.
Hinniken doen wilde paarden alleen in noodsituaties
De baas van zo'n kudde is de hengst.
Hij waakt over alle vrouwtjes (merries) en jongen (veulens).
Veel kuddedieren eten planten, vaak gras, maar ook wortels, appels en hooi.
Het zijn geen herkauwers zoals koeien.
Paarden zijn heel oplettend.
Ze kunnen goed ruiken, horen en zien.
De manen, het lange haar op de bovenzijde van de hals, zijn vermoedelijk
ontstaan als bescherming tegen roofdieren zoals katachtigen, die het paard op de
rug springen en in de nek bijten.
De staart wordt gebruikt om insecten te verjagen.
Het rolt zich graag in het gras om zijn vacht proper te maken.
Maar je kan zijn vacht ook borstelen of kammen.
Door zijn stevige schouders en rug kan het bereden worden.
Paarden hebben in totaal 20 of 18
tanden.
Een hengst heeft er 2 extra.
Zintuigen: zien, ruiken, horen,
voelen en proeven.
Zien:
Een paard heeft de ogen aan de zijkant van zijn hoofd.
Het kan tegelijk in de verte en dichtbij zien.
In het donker zien paarden beter dan mensen.
Paarden kunnen uitsluitend rood en blauw zien.
Ze zien de kleur groen niet.
Horen:
Paarden beschikken over een uitstekend gehoor.
Ze horen zelfs dingen die wij niet kunnen horen omdat ze te zacht zijn.
De oren van het paard kunnen in alle richtingen draaien om het minste geluidje
op te vangen.
Proeven:
Over het algemeen vinden paarden zoet, zout en sappig lekker.
Voelen:
Voelen doet het paard met zijn hele lichaam.
Met zijn huid voelt hij of er een vlieg op zijn rug zit.
Met zijn hoeven voelt hij trillingen in de grond.
Met zijn lippen voelt hij tijdens het grazen waar de langste grassprieten staan.
Ruiken:
Als de wind in hun richting staat, ruiken ze vijanden al van op grote
afstand.
Met hun neus vinden ze ook de weg naar mals gras, water en elkaar...
Jongen:
Meestal paren paarden in de lente.
Een hengst kan van op grote afstand een drachtige merrie ruiken.
Merries zijn vanaf hun tweede levensjaar geslachtsrijp en kunnen tot na hun
twintigste vruchtbaar blijven.
Een veulen zit 11 maanden in de buik van zijn
moeder.
De geboorte verloopt gewoonlijk snel en probleemloos.
Binnen de 20 minuten na het breken van de vliezen, moeten de voorvoeten van het
veulen zichtbaar zijn.
Het veulen moet 30 minuten later geboren zijn.
Meestal likt de moeder het veulen droog.
Binnen de 10 minuten na de geboorte gaat de merrie weer staan.
Binnen een uur moet het veulen bij de moeder drinken.
Een veulen kan binnen een uur na de geboorte staan en lopen.
Er wordt één veulen per keer geboren.
Het veulen drinkt een jaar lang melk bij de merrie.
Wat betekent:
BENEN: de ledematen van het paard. Men gebruikt nooit het woord
"poten"!
BRIESEN: de adem tussen de lippen door uitblazen.
FOKMERRIE: de merrie (vrouwtje) die voor fokkerij zorgt.
OP HOL SLAAN: de ruiter heeft geen controle meer over het paard.
SOKJE: onderaan het been.
MANEN: lange haren in de nek.
BLES: een witte vlek op de kop.
Een paard als huisdier?
Paarden zijn kostbare dieren om te houden en je moet veel tijd hebben om ze te
verzorgen.
Er is ook een weiland nodig om in te grazen.
En in de winter hebben ze een stal nodig.
Het leukst is natuurlijk om te leren paardrijden.
Hoe een paard benaderen?
Een paard nooit benaderen langs achter zonder te waarschuwen met de stem.
Bij benaderen blijven toespreken en zachtjes op de hals kloppen.
Nooit bruuske bewegingen maken.
Paarden worden langs de linkerzijde geleid, opgetoomd, gezadeld en bestegen.
Paardenrassen.
- Arabier: het oudste paardenras.
- Lipizaner: gebruikt voor de Spaanse rijschool.
- Engelse volbloed: stamt af van de arabier en is het snelste paard.
- ...
Pony's.
Een pony is kleiner dan een paard.
Zij gelijken goed op de oerpaarden die lang niet zo groot waren als de huidige
paardenrassen.
Ze zijn zeer goed bestand tegen de kou en kunnen in de winter met weinig voedsel
overleven.
Van de stugge lange haren van sommige rassen worden touwen en netten gemaakt.
Het oudste en kleinste ras is de shetlandpony.
De
ezel is familie van het paard, maar hij is
kleiner.
Het paard van Sinterklaas heeft eigenlijk geen uitleg nodig.
Bij de
paardendressuur kunnen de paarden heel
sierlijk stappen en lopen.
En bij de
paardenrennen gaat het allemaal zeer snel.
Misschien minder bekend
is
paardenpolo.
In het
schaakspel
is er ook een paard.
2 teksten.
Paarden zijn gevoelig.
Maar ook snel.
Paarden kunnen stappen, draven en galopperen.
Maar ze kunnen ook op hol slaan.
Er bestaan wel 100 rassen.
Veel paarden leven in kuddes en lopen graag in de wei.
Er zijn ook honden op de manège.
De show van cavalia gaat ook over paarden.
Het is prachtig en wonderschoon.
Het is eigenlijk dressuur.
Lauren.
Paarden leefden vroeger
in kuddes.
Een paard is niet graag alleen.
In een kudde is altijd één paard de baas.
Als je met een paard rijdt, moet jij de baas zijn over jouw paard.
Sarah