Elk diertje zijn pleziertje.
Stekelbaars.
De stekels zijn een uitstekend middel tegen
vijanden.
Maar wat speelt er zich nu onder water af?
Het stekelbaarsje bouwt zij nest tussen de waterplanten.
Het mannetje bewaakt dit bouwsel.
Zijn de eerste visjes geboren, dan mogen ze van de vader nog niet wegzwemmen.
Dat is veel te gevaarlijk.
Daarom pakt hij ze in zijn bek en spuwt ze terug in de kinderkamer.
Watervlooien zijn het lievelingseten van de stekelbaars.
Kikker.
In een klomp kikkerdril kunnen wel 4000 eitjes
zijn.
Door de zomerwarmte veranderen de eitjes in kikkervisjes.
Eerst blijven ze samen in de kikkerdril; later zwermen ze uit naar de
waterplanten.
Dikkopjes hebben kieuwen.
Eerst worden de achterpootjes zichtbaar en daarna de voorpootjes.
De kieuwen en het staartje verdwijnen.
De kikker wordt volwassen en ademt door de longen.
De bruine kikker heeft een donkere vlek achter het oog.
Hij overwinterd in de modder.
De mannetjes bij de groene kikker kwaken.
Hoe steviger de mannetjes de witte blaasbellen achter de ogen opblazen hoe
luider ze kwaken.
Schuimbeestje.
Ook koekoeksspuug genoemd.
De larven groeien in schuimpropjes die je in de lente en zomer aan verschillende
planten kunt opmerken.
Het schuim zorgt ervoor dat de larven niet uitdrogen en beschermt ze tegen
vijanden.
De diertjes eten plantensap.
Ze lopen en springen.
Meerkoet.
Op de witte bles en de snavel na zijn het volkomen
zwarte watervogels.
Tussen de tenen hebben ze geen zwemvliezen, zoals een eend, maar lobben.
De meerkoet duikt naar waterdiertjes en waterplanten. Hij floept als een bal
etrug naar boven.
Het nest is verscholen aan de waterkant en is met waterplanten gebouwd.
De kuikens zijn zwart met rood aan de kop en snavel.
De mannetjes zijn erg vechtlustig.
Blauwe reiger.
Op de oever of in ondiep water staat hij roerloos
klaar om met zijn dolkvormige snavel toe te slaan.
Zijn maal bestaat uit vis, kikkers, veldmuizen, mollen en zelfs kleine eendjes
zijn niet veilig.
Zodra hij onraad merkt, vliegt hij weg met ingetrokken hals en de poten gestrekt
achter zich.
(Een ooievaar vliegt met gestrekte nek).
Als het donker wordt kun je zijn felle schreeuw ver horen.
Kievit.
Door met zijn borst in de drassige weide te drukken
maakt een mannetje het nestkuiltje waarin het wijfje 4 gevlekte eieren legt.
Kieviten zijn echte stuntvliegers met hun brede ronde vleugels.
Wanneer de jongen uit het ei komen, verlaten ze vrij vlug het nest om zich te
voeden met larven en wormpjes.
Hun dons heeft een goede schutkleur.
Als er gevaar dreigt roep één van de ouders en blijven de jonge kievitten
tegen de grond gedrukt liggen.
Als de grond bevroren is, verlaten ze onze streken.
Met een beetje fantasie hoor je in hun roep het woord "kievit".