IJsberen.

De meeste ijsberen leven alleen.
Zij trekken in hun eentje over het noordpoolijs en verdragen geen andere beren om zich heen.
Hooguit zul je drie tot vier beren bijeen zien.
Dat is dan gewoonlijk een wijfje met grote jongen.
Deze beren hebben een dikke zware vacht.
Van alle beren is hij de grootste en draagt hij de warmste bontjas.
Dat is ook hard nodig, want hij leeft in een erg koud deel van de wereld.
Hij leeft in het Noordpoolgebied.
Hij is ook het grootste roofdier van de wereld, met de mens als enige vijand.

Ze kunnen erg goed zwemmen.
Een ijsbeer zwemt niet alleen voor zijn plezier.
Hij eet vooral zeehonden en vissen.
IJsberen zijn groot en sterk en een mannetjesijsbeer kan vier meter lang worden.

De mannetjes beer is zwaarder en groter dan het vrouwtje.
De poten van een ijsbeer zijn breed, plat en behaard.
Zijn 5 lange kromme klauwen kan hij niet intrekken zoals de katachtigen.
's Winters wordt het erg koud in het Noordpoolgebied, maar de mannetjesbeer blijft ook dan jagen op zeehonden en vissen.
Het vrouwtje heeft dan wat anders te doen.
Zij kruipt in een sneeuwhol dat ze laat dicht sneeuwen.
Ze krijgt 's winters jongen.
Na een draagtijd van ongeveer 8 maanden werpt het wijfje om de 2 of 3 jaar 1 tot 3 hulpeloze jongen, die maar zo groot zijn als een rat en lange tijd in het beschutte sneeuwhol moeten verzorgd worden.

Aangevuld door Rahma.

Terug naar het archief